Tijdens mijn dagelijkse vroegochtendwandeling trof ik op het smalle asfaltbaantje langs ons Franse huis een doodgereden vogeltje aan. Hoeveel pech kan je hebben? Hier passeert nauwelijks een auto en tóch riskeer je hier als vogel je leven als je na een koele nacht op zoek gaat naar wat eetbaars. Het kadavertje was vers en voelde nog warm aan. Het moest dus net gebeurd zijn. Meteen viel me een belangrijk kenmerk op: een ros-bruine stuit en staart. Dat kon alleen maar een nachtegaal zijn. In Vlaanderen en Nederland een 'kwetsbare' soort volgens de Rode Lijst, hier in la Brenne nog zeer algemeen. In het voorjaar zitten ze hier tegen elkaar op te zingen voor het betere broedplekje. Een dode vogel is jammer, maar ik maak meestal wel van zo'n gelegenheid gebruik om hem van dichtbij te bekijken. Bemerk op de foto's o.a. de ongevlekte, oranje-beige onderstaartdekveren. Tot slot nog even de meetlat ernaast gelegd om de lichaamslengte te checken: 15 à 16 cm. Deze vogel was goed vet. Dat moet ook, want nachtegalen vertrekken eind deze maand naar West-Afrika om er ten zuiden van de Sahel de winter door te brengen. Eind maart, begin april komen ze terug naar hier (pagina's 136-137).
top of page
bottom of page
Comments